Revolutie van 1935/nl

From MicroWiki, the free micronational encyclopædia
Jump to navigation Jump to search
Revolutie van 1935
Peloton cavalerie van koningsgezinden op jacht naar revolutionairen in het woud. Schilderij uit 1987 van David de Rechter.
Datum 16 januari 1935 - 14 februari 1935
Locatie Koninkrijk Servusland
Resultaat De revolutionairen worden verslagen, de koning blijft aan de macht.

Februarimanifest: meer rechten en vrijheden voor het volk.

Strijdende partijen

Koninkrijk Servusland

  • Koninklijke Servussische Landmacht
  • Koninklijke Servussische Marine
  • Koninklijke Gendarmerie
  • Koninklijk Servussische Politie
  • Koninklijke Dienst voor de Veiligheid van Servusland

Politieke steun van

  • Conservatieven
  • Katholieken
  • Renaissance

Sociale steun van

  • Servussische aristocratie

Gesteund door

Revolutionairen

  • Boeren en arbeiders
  • Anarchisten
  • Partizanen

Politieke steun van

  • Sociaal-Revolutionaire Partij
  • Rood Front
Commandanten

Koning Leopold III

Constantin von Strasser (Opperbevelhebber strijdkrachten)
Gérard Bar-le-Duc

Roman Nikolić ()


Sterkte
400 soldaten, paramilitairen, agenten en vrijwilligers 150 revolutionairen
Slachtoffers en verliezen
10 doden
Tientallen gewonden
26 doden
Tientallen gewonden
Rest opgepakt en berecht

De Revolutie van 1935 is de naam van een revolutie in het Koninkrijk Servusland, die gericht was tegen koning Leopold III. De demonstranten eisten van de koning hervormingen om het lot van de boeren en arbeiders te verbeteren. De directe aanleiding was de economische malaise die al jarenland aanhield. De revolutie brak uit op 16 januari 1935, toen koninklijke troepen op betogende burgers voor het Leopoldpaleis in Servusburg schoten waarna een groep woedende burgers het paleis bestormden.

Oorzaken

De jarenlange economische malaise lag ten grondslag aan de onrust die leefde onder een deel van de voornamelijk Russisch- en Servischtalige bevolking. De hongersnood op het platteland en de strenge winters van 1934 en 1935 wakkerden het misnoegen nog verder aan. De onrust werd bovendien gevoed door de tactloze politiek van koning Leopold III, die met dedain neerkeek op de in zijn ogen eenvoudige arbeiders en er een decadente levensstijl op nahield. Met de in 1922 opgerichte Sociaal-Revolutionaire Partij hadden de demonstranten een platform alwaar zij hun onbehagen kwijt konden. Daarnaast had de partij ook een ondergrondse partizanenbeweging, Rood Front.

Bestorming van het Leopoldpaleis

Op 16 januari 1935 was de maat voor velen vol. Een groep ziedende burgers ging betogen voor het Leopoldpaleis en nadat de koninklijke garde een waarschuwing gegeven had (door waarschuwingssalvo's in de lucht) en deze vervolgens genegeerd werd schoten diverse troepen op de burgers. Dit zette kwaad bloed bij de woedende menigte, die daarop het Leopoldpaleis bestormde. De deur van het paleis werd ingetrapt en er werden diverse vernielingen aangericht. Een deel van de koninklijke garde bevond zich echter in het paleis waardoor vele demonstranten konden worden ingerekend en de koning kon tegen de massale volkswoede worden beschermd. De overmacht van koningsgezinden maakte de bestorming uiteindelijk tot een debacle voor de demonstranten.


Muiterijen

De leider van de Sociaal-Revolutionaire Partij, Roman Nikolić, slaagde erin een staking te bewerkstelligen bij de Russischtalige wodkafabriek Floravic. De directeur van de fabriek was niet bereid concessies te doen en zorgde ervoor dat de leiders op de werkvloer door middel van intimidatie de arbeiders weer aan het werk zetten. Wel vonden er in de weken daarna diverse kleine muiterijen plaats bij de fabriek en deze sloeg over op andere fabrieken en werkplaatsen. Echter konden deze rebellies succesvol worden onderdrukt, al leidde het wel tot meer onrust onder diverse arbeiders.


Verdere verloop van de revolutie

De demonstranten lieten zich echter niet tegenhouden en werden alsmaar rancuneuzer. Op 18 januari 1935 richtte leden van de partizanenbeweging Rood Front sabotage aan bij het treinspoor van de Koninklijke Servussische Spoorwegmaatschappij. De stoomtrein van Servusburg naar Element werd door middel van een bom onder het spoor ontspoord door de partizanen. Leopold III was ziedend en zette direct de veiligheidsdienst Koninklijke Dienst voor de Veiligheid van Servusland aan het werk om de vandalen op te sporen. Daarnaast liet de koning het leger en de gendarmerie aanrukken opdraven om zodoende een zoekactie op touw te zetten. De revolutionairen moesten worden opgespoord en berecht, aldus Leopold III.

Dit alles leidde tot een wekenlange guerrillaoorlog in de wouden op het eiland. Op 29 januari slaagde een partizaan erin de kathedraal in Servusburg binnen te dringen en een bom aan te brengen in bij het carillon in de toren. De man slaagde erin de bom tot ontploffing te brengen, al was de schade gering. Desalniettemin zette deze brute daad kwaad bloed onder niet alleen de koning en adel, maar ook de rest van de Servussische bevolking. De revolutionairen waren er derhalve niet in geslaagd een massale revolutionaire golf te realiseren. In plaats daarvan werd het aantal tegenstanders per dag groter. Koning Leopold III schroomde er ook niet voor propaganda in te zetten en versterkte op die wijze zijn positie in Servusland.

Strijd op het platteland en in de wouden

Politiehonden werden ingezet om de revolutionairen in het woud op te sporen. Dit bleek een doorslaggevende factor in het snel neerslaan van de revolutie door de Servussische overheid. Midden februari waren nagenoeg alle revolutionairen opgespoord en was de revolutie bijna totaal neergeslagen.

De hulp van Falangistische Spanjaarden en Zweden, bondgenoten van Leopold III, hielp ook mee om de revolutie eenvoudig neer te slaan.

Februarimanifest

Toen de revolutie bijna geheel doodgebloed was deed Leopold III een aantal beloftes aan arbeiders in Servusland. Hij beloofde dat het Servussische Parlement meer macht zou krijgen en ook attendeerde fabrieksdirecteuren erop dat zij voor betere arbeidsomstandigheden zouden zorgen voor hun arbeiders. In werkelijkheid veranderde er echter vrij weinig, Leopold III kon en bleef besluiten van het Servussische Parlement door middel van veto's blokkeren.

Einde van de revolutie

De overmacht van koningsgezinden bleek uiteindelijk veel te groot voor de revolutionairen. In de tweede week van februari 1935 was er van de revolutionairen weinig meer over en de revolutionaire leider Roman Nikolić pleegde zelfmoord in het woud toen hij werd omsingeld door koningsgezinde troepen. Daarmee was de revolutie ten einde gekomen en succesvol afgeslagen door het Koninkrijk Servusland. De monarchie was gered.

Gevolgen

Na de afgeslagen revolutie verhardde koning Leopold III zijn repressiepolitiek. De Sociaal-Revolutionaire Partij en de beweging Rood Front werden verboden en ontbonden. Als alternatief werd de Sociaal-Democratische Bond opgericht, een gematigde centrumlinkse partij. Iedereen die deelnam aan de rebellie tegen de monarchie werd opgepakt en zwaar gestraft.

Leopold III gaf na de afgeslagen revolutie opdracht tot de bouw van een nieuw paleis, Servushof (ook wel het Koninklijk Paleis van Servusburg genoemd). Het oude, kleinere Leopoldpaleis werd leeggehaald.

De situatie in Servusland stabiliseerde en met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kwam er een einde aan een lange economische recessie in Servusland waardoor de ontevredenheid onder de bevolking afnam. Na de Tweede Wereldoorlog groeide de economie gestaag verder totdat vanaf de jaren '60 de stagnatie weer zijn intrede deed. Leopold III bleef uiteindelijk tot 1971 aan de macht, zijn opvolger was zijn zoon Louis I. De mislukte revolutie in 1935 was de laatste gebeurtenis in de geschiedenis van Servusland dat er bloed vloeide door massaal militair ingrijpen.

Recente foto van het oude, kleinere Leopoldpaleis. Inmiddels verkeert het paleis in een vervallen staat, de beschadigingen van de bestormingen zijn nog altijd zichtbaar.